John en Ria van Heck

Zijn onder ander via hun ouders zeer betrokken geweest bij de 2e wereldoorlog. En zijn de initiatief nemers voor het oprichten van dit herdenkingsmonument. Het was toch een bijzonder tragische gebeurtenis binnen de voormalige Gemeente Wamel.









foto overgenomen vanuit de Gelderlander

VOORWOORD

Gebeurtenissen uit het verleden welke ingrijpende gevolgen hebben veroorzaakt werden vooral in een verslag beschreven door personen die zelf, in persoon, getuige zijn geweest van die gebeurtenis.

Deze ooggetuigenverklaringen vormen in later jaren een belangrijke bron van informatie, zeker als die verslagen ter verificatie omtrent de feiten en omstandigheden met foto’s gedocumenteerd zijn.  Slecht deze, naar waarheid en te verifiëren beschreven verslagen met beeldmateriaal mogen voor educatieve doeleinden gebruikt worden. Fictie mag nooit als feit worden aangemerkt.

Opdat wij hen die hun leven hebben gegeven voor onze vrijheid, niet vergeten.

Ria van Heck-Bosch

 

In het boek “Donkere jaren over Maas en Waal wordt de brandstichting in oktober 1944 plaatsvond beschreven.

Roel van de Pol en Antoon Sengers

 

Zie Hoofstuk Bronnen.

VERHALEN DIE NIET VERLOREN MOGEN GAAN.

Na vele jaren de landelijke thema’s van de Open Monumentendag (OMD) met exposities in de kernen van de gemeente West Maas en waal verzorgd te hebben was het thema voor de expositie OMD 2019: het Verzet – Meistaking 1943 – de op 17-09-1944 benoemde commandant Stootroepen Maas en Waal  en de dijkenbrand van 6 en 7 oktober 1944.

In de Gelderlander van zaterdag 32-08-2019 staat te lezen:                                                                                                                                                                                  “Vandaag openen John en Ria van Heck een tentoonstelling over de hevige laatste oorlogsmaanden in Maas en Waal”.  In de nacht van 6 op 7 oktober 1944 werd door een Duitse aanval met fosforbommen het ouderlijk huis tot de grond toe afgebrand. De kleine John moest samen met zijn twee zusjes en zijn zwangere moeder toekijken hoe het inferno de drie woonhuizen van de familie van Heck verwoestte.                                                                                                    In totaal gingen 43 huizen en 3 bedrijven in de vlammen op.

Een stukje geschiedenis dat niet mag worden vergeten. Daarom openen John en Ria van Heck in het kader van Open Monumentendag een expositie in hun loods en grote tent, waar de bezoekers vele foto’s en een lange landkaart kunnen zien waar alle panden die door de Duitsers werden aangevallen en verwoest zijn. Bij deze expositie was een deel van het persoonlijk archief met herinnering aan het inferno te zien. De toegang was gratis.

 

 

Foto uit de Gelderlander.

Woonhuizen familie van Heck.

Van de houtzagerij bleef weinig over zoals de foto’s tonen . Ook de houtvoorraad en de machines gingen geheel in vlammen op.

 Deze foto gemaakt in 1948.  Op de foto de toen 8 jarige John van Heck die toen de eerste steen van de wederopbouw heeft gelegd. De gedenksteen ervan is nu in 2022 nog steeds te zien.

®fam.v.Heck

In Maas en Waal staan veel panden met een verhaal zo ook de 5 panden en de bij behorende gronden die de opa John van Heck in 1929 had overgenomen.

Door die aankoop verkaste het houtbedrijf met zagerij vanuit Boven-Leeuwen naar Beneden-Leeuwen. De houtzagerij met de haven loodsen aan de Strang (een zijarm van de rivier de waal) waren zeer geschikt voor de houtvlotten (gebundelde stammen hout) en het lossen van hout uit de grote schepen.                            Aan de binnenzijde van de dijk, tegenover de houtzagerij (Waalbandijk 366) stond het gebouw (Waalbandijk 367) waar de zagen geslepen werden en de houtwagens en koetsen stonden. Onder in dit gebouw waren de paardenstallen, welke via een flauwe afweg naast het wooncomplex bereikt konden worden.

Het huizencomplex was ruim honderd meter lang en omvatte 3 woonhuizen. Het middelste huis mocht een villa genoemd worden. De huizen waren uitgerust met een luxe waar de meeste Maas en Walers niet van durfden te dromen. Denk daarbij aan electriciteit, stromend water in elke kamer, antieke inrichting, en een eigen rioleringssysteem.

In de nacht van 6 op 7 oktober zijn deze 5 kapitale panden met alles erin door de SS afgebrand. Hoe groot het kapitaal ook was, door die brandstichting was de familie van Heck alles kwijt.                                                                                                                                                                                                                                        Wat van die panden restte zijn de muurresten van de afgebrande woningen. Aan de Dijkdwarsstraat is nog de buitenmuur van het wooncomplex te zien. Op een gedeelte van deze muur is later een ligusterheg geplaatst.                                                                                                                                                                                        Van de restanten van het koetshuis met de paardenstallen en de slijperij werden na de brand in oktober 1944 de stenen afgebikt en daarmee is gedeeltelijk een woning herbouwd. Hier heeft de familie Martien van Heck tot in 1949 gewoond.

Daarna is die woning (nr 67) verhuurd aan de familie M.Salet, die er enkele jaren heeft gewoond tot dat zijn woning aan de Dijkdwarsstraat was gebouwd. Thans, in 2022 woont de familie R.de Vaan op Waalbandijk 67. De resten van de paardenstal en koetshuis (beneden aan de westelijke gevel) zijn nog steeds zichtbaar.

 

Van de houtzagerij bleef weinig over zoals de foto’s tonen. Ook de houtvoorraaden de machines gingen geheel in vlammen op. ®foto’s fam. van Heck

VERZET  — APRIL- MEI — STAKING 1943

 

Op 29 april 1943 werd de oproep tot verplicht aan melden voor “den arbeidsinzet” in Duitsland verkondigd. Zie onderstaande afgebeelde oproep.

Het bevel sloeg in als een bom. Overal in Nederland, beginnend bij Stork in Hengelo, breken stakingen uit.  De in Tiel gestationeerde SSers belde alle burgemeesters in het Land van Maas en Waal met de vraag of er in “hun” gemeente” gestaakt werd.  Zo werd ook de burgemeester van de gemeente Wamel, de heer Ditters gebeld. Een ambtenaar die getuige was van het gevoerde telefoongesprek met de SS uit Tiel hoorde de burgemeester bevestigen dat in “zijn” gemeente eveneens werd gestaakt.

Het gevolg was het bevel: “Maandag alles aan het werk of de doodstraf”

Maar men ging niet aan het werk. De mannelijke bevolking vluchtte dwars door de polder, door en over sloten heen, richting de Maaskant. Anderen verscholen zich in boomgaarden en schuurtjes, vanwege grote angst voor de gevolgen als ze opgepakt zouden worden. Dat die angst tercht was, werd op 3-4-5 mei 1943 bewaarheid.

Er werd een gespecialiseerd peleton Duitse soldaten, SSers en Gestapo uit Tiel, naar Beneden Leeuwen gestuurd. Dit peloton logeerde bij hotel/cafe Jurriens, naast het toemalige gemeentehuis. Het geen toen gebeurde tart elke beschrijving en heeft op vele families uit onze gemeente (thans gemeente West en Maas en Waal) een onuitwisbare stempel gezet.

 

.Hotel Cafe Jurriens, huis met rieten dak en voorgevel. Achter Jurriens het Gemeente huis.

Standgerecht werd ingevoerd. De burgemeester kreeg de opdracht alle stakers op te pakken en naar het gemeentehuis in Leeuwen te brengen voor berechting. Vele werknemers uit onze gemeente werden door de SSers uit hun huisgehaald. Ook werden sommige door de veldwachter op straat opgepakt. De veelal hardhandige verhoren gingen door tot dinsdag 4 mei 1943.  Na urenlange verhoren werden 9 mensen ter dood veroordeeld.                                                                    Een groot aantal mannen werd veroordeeld tot gevangenisstraf.

Als eerste firmant van een meubelfabriek moest Jan Walraven zich op het gemeentehuis melden. Op het gemeentehuis aangekomen verklaarde Jan Walraven    “Heren als hier iemand schuldig is ben ik dat, alleen ik”.  De SS-commandant van het Standgerecht stond paf over zulk een moed. en vastberadenheid.                    Na nogmaals het betoog van Jan Walraven te hebben aangehoord met de slotzin: Ik heb de opdracht gegeven het werk neer te leggen, deze mensen zijn onschuldig”  werd uiteindelijk het vonnis gewijzigd. Voor 4 van de 9 ter dood veroordeelden werd het vonnis gehandhaafd. Jan Walraven werd hieraan als 5de toegevoegd.

Op woensdag 5 mei1943 werden deze 5 mensen in Arnhem gefusilleerd.

Deze vijf slachtoffers zijn afgevoerd naar het concentratiekamp

Ter altijddurende herinnering aan de verzetsmensen uit onzer gemeente die slachtoffer zijn geworden van de represaille-acties van de Duitse bezetter, is een boekje met “de roos” samengesteld.

Dit boekje is tegen een kleine vergoeding verkrijgbaar, zoalang de voorraad strekt, bij Ria en John van Heck, Waalbandijk 69, te Beneden Leeuwen

STOOTTROEPEN

HET ONTSTAAN VAN DE STOOTTROEPEN

 

 

De Stoottroepen ontstonden uit verzetslieden die tijdens de Duitse bezetting van ons land ten koste van alles, zelfs hun leven, de vrijheid van ons land terug wilden verkrijgen. De geschiedenis van dit zo merkwaardig ontstane Regiment Stoottroepen is waard beschreven te worden ter herinnering voor het nageslacht.

De grondlegger was de sabotagecommandant “Frank”. Deze Frank gaf op 03-09-1944 de bevelen de activiteiten te concentreren op sabotage van de spoorwegen, wegvervoer en vervoeren van geplunderde materialen, als zodoende de Duitse troepenverplaatsing te dwarsbomen en bijstand aan de geallieerde legers te kunnen geven.

De stoottroepers ontstonden uit verzetslieden die tijdens de Duitse bezetting, zelf hun leven wilden geven, om de vrijheid van ons land terug te verkrijgen.

Bij de vraag “Wie was Stoottroeper”, was doorslaggevend:   – Is men geregisteerd;                                                                                                                                                                                                                                                          – Is men op politieke betrouwbaarheid getest.

Op 22-09-1944 werd besloten dat bedoelde eenheden Stoottroepen zouden worden genoemd. Het commando erover werd schriftelijk gegeven aan ‘Pieter-Zuid’.    Pieter droeg zijn sabotageleider, de Brabander Sjef de Groot, een 28 jarige ambtenaar bij de Limburgse mijnen, op om compagnieën op te richten. Door Sjef de Groot werd zijn eerste compagnie (cie.) op 11-10-1944 ingezet in het gebied tussen de Maas en Waal bij Leeuwen. 

Volgens het boek “Het onstaan van het Regiment Stoottroepen 1944-1969”. met voorwoord van majoor E.G.Feenstra, was men gekleed in blauwe overalls met oranje band met in “zwart” de letters ORANJE. Op 06-11-1944 volgde de mededeling dat er een contactblad voor de stoottroepers zou komen. De naam Stoottroep werd voorgesteld, doch op 15-11-1944 werd reeds de naam “Strijdend Nederland” aangenomen. Op 02-12-1944 is het eerste nummer gedrukt.              Tot 21-11-1944 heeft Co-Zuid zich verzet om personeel van de latere 7de compagnie te Dreumel als stoottroepen te erkennen. Van deze compagnie was Wim de Leeuw commandant. Als zodanig door C-Brabant wel aangemerkt schreef Peter-Zuid: “Deze manschappen zitten daar geheel onofficieel, de compagnie moet eerst uit de linies gehaald en geconcentreerd worden”.

Bij de reorganisatie van KL 15-04-1946 (KB154 dd. 18-04–1946) werden 15 vredesregimenten gevormd w.o. B.S. Standplaats Nijmegen, later Den Bosch.

in 1946 werd als Stichtingsdatum van de Stoottroepen 20-09-1944 aangenomen. Vanaf die datum 20-09-1944 is het K.S. (Koninklijke Stoottroepen). Tijdens de parade in Tilbhurg 17-03-1945 sprak H.M.Koningin Wilhelmina uit: “Deze bestaande Stoottroepen maken voortaan deel uit van de Koninklijke Landmacht”.                  De officiële benoeming volgde op 13-06-1947.                                                                      

De Stoottroepen hielden de geallieerde bevrijdingstroepen mee, de vrijheid te verwerven. In het land van Maas en Waal werd reeds in augustus 1944 intensief gepatrouilleerd, voorafgaande aan de operatie Market Garden.

Op 18 september 1944 werden resp. Gradus Adams benoemd tot sergeant en Teun van Kruisbergen tot soldaat Stoottroeper en werd Martien van Heck benoemd tot commandant 1ste Bat.Regiment Front Maas en Waal. 

 

Foto rechts: eerste rij van rechts naar links, Teun van Kruisbergen,Gradus Adams, Martien van Heck. andere ?

In 1994 vernam John van Heck, van Jan van Alphen (BVD), dat hij van historicus Laurentius uit Tiel vernomen had dat door de geallieerden zijn vader als    “Vaan Hoek” (uitspraak Duitsers van: van Heck) aangeduid werd.   Hierop zouden de Maas en Walers niet aan de Duitsers kunnen vertellen waar  Vaan Hoek woonde. Dat de Duitsers op zoek waren naar de leiders van het verzet en bevrijders van ons land, dient als een feit bezien te worden.

De opeenvolgende gebeurtenissen van september 1944 tot en met mei 1945, welke de familie van Heck moest meemaken wens je de grootste vijanden nog niet toe. Kort na de benoeming tot Stoottroepers, vertrokken enkele Leeuwense mannen, op verzoek van opperbevelhebber Prins Bernard, op 5 oktober richting Nijmegen voor een bespreking op 6 oktober 1944. 

Bij zijn vertrek naar Nijmegen was voor Martien van Heck geen enkel teken of waarschuwing van wraakacties van de Duitsers ( Dijkenbrand) bekend. Juist in de nacht van 6 op 7 oktober 1944 werd het gehele kapitale bezit van de familie M.van Heck aan de Waalbandijk in Beneden-Leeuwen door fosforbommen vernietigd. Zijn vrouw en kinderen en de in de aaneengesloten woningen van het complex wonende moeder en familieleden werden in hun nachtgewaad uit hun huizen gejaagd. De toen 3 1/2 jarige John werd met bajonet op het geweer op zijn rug geprikt en zo zijn ouderlijk huis uit gedreven. 

Gelukkig werden de Stoottroepers tijdig gewaarschuwd om op 7 oktober niet zomaar huiswaarts te keren. Het besef dat inferno te hebben overleefd, zijn zwangere vrouw terug te zien, evenals zijn kinderen en familie, was een grote troost.  

Op 22 februari 1945 beviel Philomena van Heck-Raeven van een tweeling: Martien en Adré. Echter op 4 maart 1946 overleed de kleine André.

Kort daarop raakte vader Martien van Heck tijdens een actie van de Stootroepers in de Betuwe (bij Leerdam) ernstig gewond door een kogel in zijn nier. De genezing nam meerdere maanden in beslag, maar hij overleefde het.                                                                                                                                                                Over de oorlog wilde hij lange tijd niet praten . Voor vele mensen een bekend patroon.

  1. Dit stuk voor de website is geschreven door Ria van Heck-Bosch. Bron is het boek ‘Het ontstaan van het Regiment Stoottroepen’.
john v Heck
Ten grave gedragen van een gesneuvelde kameraad

Deze foto is in 1945 genomen op de Waalbandijk te Beneden Leeuwen. De stoet opgesteld op de destijds nog niet geasfalteerde dijk. Op de locatie van het complex van de familie M.van Heck. Het complex van 3 woningen van de familie van Heck zijn er dus niet meer. Wel is duidelijk de beukenboom te zien die het inferno heeft overleefd. Op deze foto is het dijkmagazijn duidelijk te zien. Het dijkmagazijn is bij de brand van 6 oktober 1944 niet verwoest. Waar de fruitbomen te zien zijn, werden eind jaren ’50 twee woningen gebouwd. Die woningen kregen het adres Dijkdwarsstraat 14-16 en Dijkdwarsstraat 18. Het dijkmagazijn is medio jaren ’70 gesloopt.

 

DE DIJKENBRAND 6 OKTOBER 1944

Kort na de OMD expositie op de locatie Waalbandijk 69 en 67.01 over Verzet-Stootroepen-Dijkenbrand plaatste de Stichting Dodenherdenking Beneden Leeuwen een flink aantal info-bordjes langs de dijk. Op de infobordjes bleek een aantal ervan een en de zelfde foto te zijn gebruikt en bewerkt en geknipt te zijn. Het is een foto, welke foto in opdracht van Martines van Heck in 1930 gemaakt was door Gebrs. Campagne-Tiel..

Op deze foto uit 1930 (®fam.van Heck) van de Waalbanddijk te Beneden Leeuwen is de tuin met heg vóór het complex van de drie woonhuizen met bijgebouw van de familie M.van Heck te zien in de staat en grootte in 1930.

Met de dijkverzwaring in de periode 1995-1998 is ca 134 m2 van deze tuin ingeleverd om daardoorheen een veiliger afrit naar de dijkdwarsstraat te kunnen maken. De tuin van v Heck was toen tot voorbij waar nu (in 2022) de parkeerplaats en het grasveld vóór de woning van J.van Heertum is.  Het latere- ná de oorlog gebouwd huis van v.Heertum heeft als adres nog steeds Dijkdwarsstraat. 

De op de info-bordjes geplakte en deel van de foto uit 1930 laten zien hoe smal de Dijkdwarsstraat was. Ook is daarop te zien hoe kort de afstand was tussen de voorgevel van de 4 huizen en de achtergevels aan de Dijkdwarsstraat van de gebouwen van v.Heck op de Waalbandijk. 

De dijkenbrand ging van dijkhuis naar dijkhuis. In de Dijkdwarstraat zijn de SS en Gestapo met hun fosforbommen niet geweest. De harde noordoostenwind en de hevige brand deed de vlammen overslaan naar de 4 huizen welke op de foto uit 1930 te zien zijn. Het waren de huizen van resp.: visser A.Hol,   parlevinker M.Salet.  slijterij S. Jansen en ijzerwerker Dorus van Emmerloot.

Het huis op de dijk, juist voor de afsplitsing naar de Dijkdwarsstraat noemde men logement ‘Het Hemeltje’ en was eigendom van dhr. van Kessel, welke eveneens eigenaar was van het veerhuis met loswal en de veerdienst met beurtschepen voor vervoer personen en paketten tussen Nijmegen – Rotterdam. Hier woonde de familie Has Dominsino.  

In 1930 woonde daar nog geen familie van Heertum, die woonde in een deel van “Het Hemeltje” waar o.a. Harry in 1935 werd geboren.

In oktober 1944 was Harry van Heertum 9 jaar oud,  welke jongen gelijk de bewoners van alle andere dijkhuizen toen door de Duitse bezetters uit hun huis werden verjaagd door ze in brand te steken.

Op een deel van de originele foto uit 1930, gebruikt op meerdere info-bordjes rond het woonhuis Waalbandijk 69 zijn geplaatst , staat een jongetje met een pet op. Dit jongetje is in 1924 geboren Wimke Domensino. Toen de foto is genomen was Wimke dus 6 jaar oud.  Helaas is Wimke Domensino in 1939 op 15 jarige leeftijd overleden.

Bedenk hierbij: Wat er gebeurd zou zijn als deze jongen -geboren in 1924- in oktober 1944 uit huis zou moeten komen, waar de SS hem onmiddellijk gevangen  hadden genomen voor dwangarbeid (‘arbeidseinsatz’).  

Uit het boek ‘Donkere Jaren over Maas en Waal., geschreven door Roel v.d.Pol en Antoon Sengers, welk boek is uitgegeven in 1994, dus 50 jaar ná de oorlog. Op blz 109-110-111 staan foto’s die de werkelijke situatie aangeven

Donkere jaren over Maas en Waal
Donkere jaren over Maas en Waal
Donkere Jaren over Maas en Waal isbn nr.90-90075559-3